Ben jij ook zo iemand die het altijd koud heeft? Terwijl anderen nog zonder jas buiten staan, ben jij al op zoek naar een sjaal. Of je nu thuis werkt, wandelt of op de fiets zit – jij bent degene met koude handen, koude voeten en kippenvel bij kamertemperatuur.
Er is meestal niets geks aan de hand, maar er zijn verrassend veel oorzaken waarom de één het sneller koud heeft dan de ander. En gelukkig: je kunt er vaak wat aan doen.
1. Waarom jouw handen en voeten altijd als eerste koud worden
De natuur beschermt je organen. Zodra het afkoelt, trekt je lichaam het bloed weg uit je uiteinden – handen, voeten, neus. Zo blijft de warmte in je romp.
Bij sommige mensen reageert het zenuwstelsel overactief. Het vernauwt de bloedvaten al bij kleine temperatuurschommelingen of zelfs bij lichte stress. Daarom kunnen gevoelige of snel gespannen mensen koude vingers krijgen in een warme kamer: hun lichaam denkt dat het kou moet bestrijden.
Kleine bewegingen helpen al – beweeg je tenen of draai met je polsen om de bloedsomloop te stimuleren.
2. Te weinig spiermassa = te weinig warmte
Spieren zijn je natuurlijke verwarmingselementen. Hoe meer spiermassa je hebt, hoe meer warmte je lichaam produceert – zelfs als je stilzit. Mensen met een slank postuur of een zittend beroep hebben het dus sneller koud.
Ook een dunnere huid (bijvoorbeeld bij vrouwen of naarmate je ouder wordt) speelt mee. Er zit dan minder vet tussen de buitenlucht en je bloedvaten, waardoor je sneller warmte verliest. Zelfs een klein briesje of koude vloer kan dan een rilling veroorzaken.
Beweging helpt: elke wandeling, fietstocht of korte stretchmoment zorgt voor een boost in doorbloeding én warmteproductie.
3. Vrouwen hebben het écht kouder dan mannen
Het is geen fabeltje: vrouwen hebben het sneller koud. Hun huidtemperatuur is gemiddeld iets lager, vooral in handen en voeten. Dat komt door hormonale schommelingen en de invloed van oestrogeen, dat bloedvaten nauwer maakt.
Tijdens de menstruatie of overgang circuleert het bloed trager in de ledematen, waardoor kou sneller toeslaat. Bovendien hebben vrouwen vaak lage, maar nog “normale” ijzer- en B12-waarden. Dat levert geen officieel tekort op, maar zorgt wel dat er minder zuurstof – en dus warmte – wordt vervoerd.
Het gevolg: koude handen, koude voeten, en soms zelfs een koude neus – ook in huis.
4. Koud van binnenuit: voeding, ijzer en je interne thermostaat
Warm blijven begint van binnenuit. Wie maaltijden overslaat of te weinig eet, verlaagt ongemerkt de lichaamstemperatuur: er is minder energie om warmte te produceren.
Een tweede factor is je hypothalamus, de ‘thermostaat’ in je hersenen. Bij sommige mensen is die gevoeliger afgesteld en reageert hij te vroeg op kleine temperatuurdalingen. Hun lichaam geeft al het sein ‘kou!’ nog voordat de temperatuur écht daalt – daarom hebben sommigen het altijd koud, zelfs met een warme kruik op schoot.
Kies voor warme, voedzame gerechten met eiwitten, ijzer en gezonde vetten. En let op met cafeïne of alcohol: die geven even een warm gevoel, maar laten je daarna juist sneller afkoelen.
5. Stress: kou die in je hoofd begint
Bij stress maakt je lichaam adrenaline aan. Dat vernauwt de bloedvaten en vermindert tijdelijk de doorbloeding van je handen en voeten. Mensen met een gevoelig zenuwstelsel reageren hier sterker op – zij verstijven letterlijk van de kou.
Een paar minuten diepe ademhaling of ontspanning kunnen het verschil maken. Als je kalmeert, openen je bloedvaten zich weer en keert de warmte vanzelf terug.
6. De kledingfout die bijna iedereen maakt
Niet de dikte van je kleding telt, maar de opbouw in lagen. Wie één dikke trui aantrekt, houdt vocht vast – en dat zorgt er juist voor dat je sneller afkoelt.
De gouden regel:
- Onderlaag – ademend en vochtregulerend (thermokleding)
- Middenlaag – isolerend (wol of fleece)
- Buitenlaag – wind- en waterdicht
Zo kan vocht weg, maar blijft de warmte binnen. Bekijk ook hoe verwarmde kleding de temperatuur precies regelt.
Snel koud zijn is niet alleen een kwestie van dikke sokken of een warmtekruik. Het vertelt iets over hoe jouw lichaam reageert op spanning, voeding, hormonen en doorbloeding.
Met een paar aanpassingen, van meer bewegen tot beter eten en slim kleden, kun je je lichaam helpen zichzelf beter te verwarmen. En lukt het niet met dikke sokken en thee? Dan is technologie je beste vriend – verwarmde kleding is de moderne versie van een warm dekentje.